22 maart 2016
Verslag hoorzitting noodopvang vluchtelingen
Eerste ronde
Ds. D. Steensma
De eerste inspreker was Ds. Douwe Steensma, predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk in Feanwâlden. Om te beginnen stelde hij dat de keuze van de plaats gemaakt moet worden door de politiek. Daar wilde hij zich als kerk niet mee bemoeien. Hij sprak zijn waardering uit voor de houding van het college, die hij proactief noemde.
Namens de Christelijke Gereformeerde Kerk van Feanwâlden zegde Ds. Steensma toe om waar mogelijk en waar wenselijk een bijdrage te zullen leveren.
Ds. Steensma riep op tot gastvrijheid. “Wij zijn geroepen tot gastvrijheid, niet tot angst.” Hij haalde iemand aan die stelde dat een cultuur zonder gastvrijheid eigenlijk geen cultuur is. Met een verwijzing naar het concept Dielde Romte/Shared Space riep hij ertoe op de ruimte wat te delen met vluchtelingen.
Hij vond het goed en nodig om op te komen voor jezelf, maar waarschuwde ervoor dat dat niet losgemaakt mag worden van sociale gerechtigheid. “De liefde kan angst uitdrijven.”
Dhr. G. Dijkstra
Dhr. Gosse Dijkstra, een omwonende, wees erop dat de noodopvang voor vluchtelingen gezien moet worden in combinatie met de Centrale As. De Centrale As komt in hun achtertuin, straks komt de noodopvang in hun voortuin. De kwaliteit van wonen komt daardoor behoorlijk onder druk te staan.
Als belangrijk punt noemde Dijkstra de veiligheid, niet alleen in de tunnel, maar ook op de weg. De tunnel is smal, de weg is druk.
Opvallend was dat Dhr. Dijkstra niet verzweeg dat er ook voorstanders waren, dat hij normaal actie wilde voeren, maar dat hij hoopt dat hij wel serieus genomen zou worden. (De omwonenden hebben zich georganiseerd rond een gesloten Faceboek-groep.)
Mw. M. Stoop
Mw. Stoop, ook een omwonende, vertelde dat zij bang was dat de overlast van hangjongeren in het tunneltje alleen maar groter zou worden. Zij wees erop dat, als de noodopvang door zou gaan, er schadevergoedingen uitbetaald zouden moeten worden. Zij sloot haar betoog af met het overhandigen van een lijst met handtekeningen.
Dhr. Riemersma
Dhr. Riemersma was geen omwonende, maar een betrokken onderwijzer. Hij hield een pleidooi voor een gezonde combinatie van hart en verstand. Hij toonde zich voorstander van noodopvang, maar niet grootschalig (80 – 100 personen?) en niet allemaal in Feanwâlden.
Mw. H. de Bruin
Mw. de Bruin, een omwonende, wees erop dat er wat beweging lijkt te zitten in de criteria die het COA hanteert voor de omvang van de noodopvang. Ook vertelde zij dat ze bang was dat de huizen in de omgeving onverkoopbaar zouden worden. Een voorlopige koper zou zich vanwege de mogelijke komst van een noodopvang voor asielzoekers al hebben teruggetrokken. Verder vroeg zij aandacht voor haar privacy. Zij wees op de noodzakelijke kap van elzensingels. En tenslotte zei ze weinig vertrouwen te hebben in de belofte dat de noodopvang maar tijdelijk zou zijn.
Tijdens de vragenronde bleek dat de meeste bezwaren zich richtten op de plaats. Kukherne, dat ook al te maken had gekregen met de komst van de Centrale As, zou overvraagd worden. Verder ook op het aantal.
Over het terrein loopt overigens een gasleiding, binnen 50 meter waarvan niet bebouwd mag worden. (Eigenlijk mag er ook niet bebouwd worden binnen 100 meter van de spoorlijn, maar met bepaalde voorzieningen mag dat wel.)
Dhr. Riemersma hekelde de anonimiteit van het COA. Wie is het COA? Heeft het een gezicht? Is de menselijke kant van de zaak bij het onpersoonlijke COA wel in goede handen?
Tweede ronde
Dhr. F. van der Bij
Dhr. van der Bij, een omwonende, vond het voorstel van het college slecht voorbereid. Hij vond ook dat hij te weinig antwoorden kreeg op zijn vragen. Hij had grote twijfels over de veiligheid en zag veel betere mogelijkheden elders in de gemeente.
Dhr. P. Sipma
Dhr. Sipma, geen omwonende, sprak op persoonlijke titel en hield een gloedvol pleidooi om ons in te leven in de situatie van de vluchtelingen. Hij had respect voor de moed van het College en voor de goede en eerlijke voorlichting die het had gegeven. Wel vond hij dat zorgvuldig omgegaan moest worden met de belangen van de omwonenden en dat gestreefd moest worden naar opvang op kleinere schaal.
Dhr. R. Veenstra
Dhr. Veenstra liet een fotopresentatie zien van de bewuste locatie. Ook hij sloot zijn betoog af met het overhandigen van een aantal handtekeningen.
Mw. J. van der Mark
Mw. Van der Mark zei weinig vertrouwen meer te hebben in het lokaal bestuur.
Tijdens de vragenronde bleek dat de insprekers geen alternatieve locaties konden/wilden noemen. Ze noemden de Prikkebosk in Damwâld en het Fierljepcentrum in De Westereen, allebei locaties die ook al genoemd waren door het College. Het zoeken naar alternatieve locaties vonden zij een taak van het College.
Mw. Ludema van de FNP wees er fijntjes op dat het desbetreffende terrein ook wel eens aan de orde was geweest als mogelijk bedrijventerrein.
(Een van de insprekers vertelde van negatieve ervaringen met het gedrag van een uitgeprocedeerd asielzoekerskind op de Christelijke school in Feanwâlden.)