17 februari 2015

Veiligheidsregio Fryslân: bijdrage in eerste termijn

Voorzitter,

Als we het hebben over de Veiligheidsregio Fryslân hebben we het over een gemeenschappelijke regeling. En niet zo maar eentje, maar een hele grote, zowel gemeten naar het aantal deelnemers als gemeten naar de omvang van de begroting. Het lastige van een gemeenschappelijke regeling met veel deelnemers is, dat je er als gemeentebestuur weinig vat op hebt. Dat voelt niet goed, zeker niet als er, zoals in dit geval, veel geld mee gemoeid is. Hoe krijg je vat op zo’n grote gemeenschappelijke regeling? Dat is voor ons een belangrijke vraag.

Wij denken dat we het antwoord op die vraag niet moeten zoeken in nog verdere schaalvergroting. Dat antwoord is, naar onze overtuiging, achterhaald. We moeten het zoeken in manieren van afstemming met mede-deelnemers. Daar hebben we tegenwoordig niet meer per se een deelnemersraad voor nodig. Wij denken dat de toekomst ligt in afstemming via de media, inclusief de social media. Wat dat betreft, vinden wij de totstandkoming van het voorliggende voorstel, buitengewoon interessant. Immers, als wij het goed begrepen hebben, is het voorstel  tot stand gekomen door afstemming, niet alleen in DDFK-verband, zoals in het voorstel te lezen is, maar breder: in Noordoost Fries verband. Een publicatie in het Friesch Dagblad zal daaraan hebben bijgedragen.

Wij zijn blij met het resultaat. U kiest voor een transparant financieel beleid, zoals wij dat hier in Dantumadiel gewend zijn: incidenteel voor incidenteel, structureel voor structureel en geen onnodige potjesvorming, en dat alles op basis van voldoende informatie. Daarbij is een benchmark van Berenschot interessant, maar niet richtinggevend, evenmin als de OOV-component in de algemene uitkering.

Wij hebben nog wel wat vragen bij de noodzaak tot reservering voor de zaken ‘kwaliteitsplan brandweer’ en ‘leiderschap en cultuur.’ Kunt u die noodzaak aantonen? Graag een poging daartoe.

Verder willen wij opnieuw pleiten voor daadkracht bij de “doorontwikkeling naar toekomstbestendige brandweerzorg,” zoals dat zo diplomatiek is geformuleerd. We doelen dan op de uitvoering van dekkingsplan 2.0. Maar wel onder één voorwaarde: de uitvoering van dekkingsplan 2.0 mag niet ten koste gaan van de vrijwilligheid in de brandweerzorg. De vrijwilligheid in de brandweerzorg gaat wat ons betreft boven alles. Is het college bereid deze noties mee te nemen?

Tenslotte willen wij aandacht vragen voor wat in het Beleidsplan Crisisbeheersing genoemd wordt de Friese nuchterheid. Die blijkt iets te maken te hebben met het besef dat niet alle pech voorkomen kan worden en voorkomen moet worden. Het besef dat we niet alle risico’s kunnen uitsluiten. Wij ontwaren hier een waardevolle nalatenschap van het christendom, dat de Friese volksziel in een proces van eeuwen diepgaand heeft beïnvloed. Een diepgeworteld besef dat we leven buiten het Paradijs, in een gebroken wereld die aangetast is door onze zonden. In een wereld ook die voor ons, mensen, maar beperkt maakbaar is. Maar toch ook die beheerst wordt, niet door mensen, maar door God. Door God, Die niettegenstaande onze zonden toch het goede met ons voorheeft. Dat betekent inderdaad niet dat wij niets hoeven te doen, maar het bevrijdt ons wel van een stuk krampachtigheid. Wij hoeven niet alles te beheersen. Wij mogen het uiteindelijk allemaal overlaten aan God. Wij zijn niet overgeleverd aan het noodlot. Wij zijn overgeleverd aan God.

Laat Hem besturenwaken,
't Is wijsheid wat Hij doet!
Zo zal Hij alles maken,
Dat g' u verwond'ren moet.”