26 augustus 2014

SGP wil dat college aanbesteding Wmo voorlegt aan raad

Tom Bakker
‘Wmo’

In haar vergadering van 26 augustus behandelde de gemeenteraad een motie van de SGP over de aanbesteding van de maatwerkvoorzieningen voor de Wmo in 2015. In de motie stelt de SGP voor het college op te dragen de raamovereenkomst maatwerkvoorzieningen Wmo 2015 ter goedkeuring voor te leggen aan de raad en die niet vast te stellen voordat de raad die heeft goedgekeurd. Als reden noemde de SGP grote twijfels of bij de bepaling van de tarieven wel de vereiste zorgvuldigheid is betracht. Voor de woordelijke tekst van de motie zie elders op deze website.

Voorafgaand aan de raadsvergadering had al een informatiebijeenkomst plaatsgevonden over desbetreffende onderwerp.

Wethouder Bos ontraadde de motie op grond van de volgende argumenten:

Hij vond dat de gemeenteraad zich moest beperken tot het stellen van kaders en dat de gemeenteraad zich niet moest bemoeien met een “detail” als de tarieven. De SGP stelde daartegenover dat de raamovereenkomst zelf kaderstellend was en als zodanig vergelijkbaar met een beleidsnota of een subsidieverordening. Verder betoogde de SGP dat de uitvoering van de Wmo 2015 staat of valt met gezonde tarieven. Dat zijn geen details, maar uiterst belangrijke kaders.

Wethouder Bos stelde dat de vaststelling van de tarieven zeer zorgvuldig had plaatsgevonden. De SGP stelde daartegenover dat in de samenleving andere geluiden te horen waren. Bovendien liet de wethouder weten dat de raamovereenkomst flexibel was; de tarieven kunnen altijd worden bijgesteld. De SGP bracht daar tegenin dat de gemeente er natuurlijk wel naar streven moet om het gelijk goed te doen.

Wethouder Bos liet weten dat de aanbesteding op 1 oktober a.s. rond moest zijn; anders zou de gemeente problemen krijgen met de staatssecretaris. De SGP benadrukte daartegenover het belang van een ordentelijke besluitvorming. Verder wees de wethouder erop dat iedereen nu in onzekerheid verkeerde; daar wil hij zo snel mogelijk een einde aan maken. Dat was de SGP helemaal met hem eens, maar “zo snel mogelijk” betekende voor de SGP wat anders dan voor de wethouder.

Wethouder Bos zei dat hij als Dantumadiel niet uit de pas wilde lopen met de andere 13 gemeenten in Noord-Fryslân. De SGP bracht daar tegenin dat het onze primaire verantwoordelijkheid is als gemeente Dantumadiel onze eigen dingen goed te doen, niet blindelings anderen te volgen. De wethouder liet weten dat het college in oktober komt met voorstellen voor beleidsplannen. De SGP zei dat zij dat de omgekeerde wereld vond: eerst beleid uitvoeren en dan beleid vaststellen.

Wethouder Bos vroeg om het vertrouwen van de raad.

Vanuit de raad was er vooral begrip voor de wethouder:

- Hij kon niet anders.
- De raad moest hem de ruimte geven.
- Het kon later allemaal nog wel bijgestuurd worden.
- De raad moest zich niet bemoeien met details.

Het CDA bij monde van Dhr. Dijkstra vond het vooral belangrijk dat het proces doorging. Hij wilde dat proces niet frustreren door “dwars te gaan liggen”. De FNP bij monde van Dhr. De Bruijn had nog een ander argument om de wethouder maar de vrije hand te geven: “Wij hebben er toch geen verstand van.” De LLD daarentegen liet weten de motie te zullen steunen. Ook Dantumadeel ’82 sprak waardering uit. Dhr. Postma wees erop dat beperking tot de grote lijnen nodig is, maar herinnerde eraan dat een hang tot al te grote lijnen kan voortkomen uit een zekere gemakzucht.

Uiteindelijk liet de SGP weten van zorgaanbieders te hebben begrepen dat er met de gemeente Dantumadiel over het algemeen goed te werken valt. Over het algemeen valt er met de gemeente prima te praten en is de gemeente bereid mee te denken. In de hoop dat de wethouder die houding vast zou houden, trok de SGP de motie in.