11 december 2014

Schriftelijke vragen SGP aanleiding tot wijzigingen GR DDFK

Tom Bakker
'DDFK'

In de Raadsvergadering van 1 december  2014 stelde de SGP-fractie een zevental pittige vragen over de voorgestelde tekst van de Gemeenschappelijke regeling Werkorganisatie DDFK-gemeenten. Op 11 december 2014 ontvingen wij het volgende antwoord.

<citaat>

Beantwoording van de 7 op schrift gestelde vragen van de heer T. Bakker van de gemeenteraad van Dantumadiel naar aanleiding van de gevraagde toestemming om een Gemeenschappelijke Regeling (GR) aan te gaan met de gemeenten Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a. voor het mogelijk maken van een ambtelijke fusie.

1) De heer Bakker wijst op een aantal verwijzingen in artikel 7 lid 4 van de GR die niet juist lijken te zijn.

Antwoord: dat klopt. Helaas is hier een fout ingeslopen. Dit is hersteld.

2) De heer Bakker vraagt hoe er verwezen kan worden naar een niet bestaand artikel 34b van de Wet gemeenschappelijk regelingen.

Antwoord: per 1 januari 2015 wijzigt de Wgr. Dit is een van de artikelen die dan wordt toegevoegd aan de wet. Omdat de voorgelegde GR per 1 januari 2015 ingaat, hebben we de GR hierop gebaseerd.

3) Gevraagd wordt wat er geregeld gaat worden in de dienstverleningsovereenkomst die de deelnemende gemeenten zullen sluiten met de GR en wat de rol is van het college en de raad hierbij.

Antwoord: de GR zal alle gemeentelijke taken met uitzondering van de griffie en de taken van de gemeentesecretaris uit gaan voeren die tot de start van de GR werden uitgevoerd door het ambtelijk apparaat van de deelnemende gemeente zelf. Hoe de GR dit uit zal gaan voeren en welke afspraken er onderling worden gemaakt, worden opgenomen in de overeenkomst. De dienstverleningsovereenkomst zal voor de verschîllende gemeenten hetzelfde zijn en er zal er maar een per deelnemende gemeente gesloten worden waarin alles geregeld wordt. Het doel is om deze overeenkomst zo beperkt mogelijk te houden maar zij zal in ieder geval de volgende onderwerpen omvatten:

  • beschrijving van de opdracht;
  • kwaliteitsafspraken;
  • aansprakelijkheid en verzekering;
  • toepassing Bijdrageverordening;
  • overleg en rapportageafspraken.

Dit zal allemaal plaats vinden binnen de kaders van de wet, de GR en de Bijdrageverordening. Het is een overeenkomst tussen de deelnemende gemeente en de GR welke conform artikel 169 lid 4 van de Gemeentewet door het college aan de raad zal worden voorgelegd zodat zij haar wensen en bedenkingen naar voren kan brengen voordat het college besluit om de overeenkomst aan te gaan.

4) Gevraagd wordt waarom de Bijdrageverordening niet wordt genoemd in het rijtje van taken die het AB niet mag delegeren aan het DB gelet op het feit dat de Bijdrageverordening niet in een besloten vergadering mag worden behandeld.

Antwoord: gelet op het feit dat in de GR bepaald wordt dat de Bijdrageverordening niet mag worden behandeld in een besloten vergadering, is het inderdaad logisch dat deze ook wordt opgenomen in het rijtje van niet te delegeren bevoegdheden. Het is immers überhaupt niet mogelijk om deze te delegeren aangezien het DB altijd in beslotenheid vergadert.

Er is een artikel 12, lid 2, sub c toegevoegd aan de GR waarin is opgenomen dat het vaststellen van de Bijdrageverordening niet kan worden gedelegeerd door het AB aan het DB.

6) Gevraagd wordt waarom artikel 35 lid 4 van de wet niet over is genomen in de GR. Daarin is bepaald dat de raden zienswijzen in kunnen dienen bij GS inzake de begroting van de GR.

Antwoord: indien iets in de wet is geregeld, hoeft het in principe niet meer opgenomen te worden in de regeling. Uiteraard zijn er wel dubbelingen, maar niet alles kan in de GR opgenomen worden. De wet is gewoon van toepassing en is niet in hogere mate van toepassing als het is opgenomen in de GR.

7) Gevraagd wordt of de gemeente aangesproken kan worden om de bijdrage te betalen van een andere deelnemende gemeente als die gemeente geen geld meer heeft.

Antwoord: uiteraard kan een gemeente niet aangesproken worden op het betalen van de vereiste bijdrage van een andere deelnemende gemeente.

Het vereiste om ervoor te zorgen dat de GR altijd over voldoende financiële middelen beschikt om haar verplichtingen jegens derden na te kunnen komen, vloeit overigens voort uit artikel 10a van de Wgr en de uitleg die de Minister daaraan gegeven heeft in haar circulaire van 8 juli 1999 (circulaire F099 /059111). Het artikel in de GR is conform deze circulaire opgesteld.

Verder kan nog opgemerkt worden dat in de Wgr de artikelen 186 t/m 213 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing zijn verklaard. Met name de artikelen 194 en 195 van de Gemeentewet zijn daarbij in dit kader van belang. Daarin is bepaald dat als de gemeente weigert om bepaalde verplichte uitgaven in de begroting op te nemen, GS dit voor haar zal doen.

<einde citaat>

De antwoorden op vragen 1, 2, 3, 4 en 6 zijn voor de SGP-fractie voorlopig voldoende. Het antwoord op vraag 5 ontbreekt en het antwoord op vraag 7 stelt de SGP-fractie niet gerust. Uiteraard kan een gemeente niet aangesproken worden op het betalen van de vereiste bijdrage van een andere gemeente, zo stelt het College. Niet duidelijk is, waarop het die stelling baseert.