29 april 2016

Schriftelijke vragen over Bijdrageverordening DDFK

Tom Bakker
'DDFK'

Het College van BenW stelde een Bijdrageverordening Gemeenschappelijke regeling Werkorganisatie DDFK-gemeenten (GR DDFK) voor. Zo'n Bijdrageverordening is een verplichting voorgeschreven in de GR DDFK. De GR DDFK bepaalt dat die Bijdrageverordening de basis is van de Dienstverleningsovereenkomsten met de deelnemende gemeenten. De GR DDFK bepaalt ook dat voor de vaststelling van de Bijdrageverordening unanimiteit nodig is.

De voorgestelde Bijdrageverordening is zo summier en laat zo veel ruimte voor invulling en uitwerking door het Dagelijks Bestuur (DB) van de GR DDFK (waarvoor geen unanimiteit vereist is) dat de SGP-fractie het nodig vond daarover de volgende schriftelijke vragen te stellen:

<citaat>

  1. Heeft het College zich gerealiseerd dat de Bijdrageverordening zo belangrijk is dat daarover in artikel 7.4 van de GR is bepaald dat een besluit tot vaststelling van de Bijdrageverordening unaniem genomen dient te worden?
  2. Heeft het College zich gerealiseerd dat de Bijdrageverordening de basis vormt voor de op te stellen Dienstverleningsovereenkomst van de GR met onze gemeente?
  3. Heeft het College zich gerealiseerd dat de Bijdrageverordening slechts bepaalt (1) dat elke deelnemer jaarlijks een bijdrage verschuldigd is, (2) wanneer die voorlopig vastgesteld wordt (bij de vaststelling van de begroting), (3) wanneer die definitief vastgesteld wordt (bij de vaststelling van de jaarrekening) en (4) de basis waarop die bepaald wordt (de werkelijke kosten voor het desbetreffende boekjaar verminderd met de overige inkomsten)?
  4. Is het College met ons van mening dat de Bijdrageverordening eigenlijk loos of in ieder geval uiterst summier is?
  5. Heeft het College zich gerealiseerd dat alles wat in de Bijdrageverordening niet bepaald is, bepaald mag worden door het DB (zie artikel 3 Bijdrageverordening)?
  6. Heeft het College zich gerealiseerd dat voor het vaststellen van de Bijdrageverordening zelf unaimiteit vereist is (artikel 7.4 GR), maar dat dit niet geldt voor het vaststellen van nadere regels ter invulling en uitwerking van de Bijdrageverordening?
  7. Is het College met ons van mening dat de Bijdrageverordening te veel ruimte laat voor nadere invulling en uitwerking door het DB, mede gezien het feit dat daarvoor geen unanimiteit nodig is?
  8. Is het College bereid de Bijdrageverordening nader uit te werken en opnieuw voor te leggen aan de raad?

<einde citaat>