14 juni 2014

College accepteert schrappen deel De Bosk

Tom Bakker
'Feanwâlden - De Bosk'

Op 12 juni 2014 ontving de Raad een brief van het College over het bestemmingsplan Feanwâlden – De Bosk. De strekking was dat het College zich neerlegt bij het schrappen van het zuidelijk deel van het bestemmingsplan door Gedeputeerde Staten van Fryslân. De SGP vindt dat verstandig.

Provincie

Bij de behandeling van het bestemmingsplan in de Raad van 22 april 2014 is er onder andere gesproken dat de provincie had tegen het bestemmingsplan bezwaar had gemaakt. Zij vond dat het bestemmingsplan niet strookte met eerdere afspraken tussen de provincie en de gemeente. Zij was bang dat er te veel gebouwd zou gaan worden en dat er voor verkeerde doelgroepen gebouwd zou gaan worden.

Wethouder Bos vertelde dat hij diezelfde morgen nog een telefoongesprek had gehad met gedeputeerde Hans Konst. Hij had de indruk gekregen dat sprake was van een ambtelijk misverstand (dat uit de weg geruimd zou kunnen worden). Dhr. Konst had dat gedeeld. Hij had gezegd: “Dat zou ik dan maar doen.” Dat laatste sloeg dan op vaststelling van het bestemmingsplan. Wethouder Bos drong erop aan het bestemmingsplan vast te stellen en de zienswijze van de provincie ongegrond te verklaren.

Vraagtekens

De meeste partijen hadden daar toch wel de nodige vraagtekens bij. De PvdA zei reuze benieuwd te zijn hoe het conflict met de provincie af zou lopen. Hij vond het een verantwoordelijkheid van het College. “En daar vertrouw ik dan maar even op,” zo zei hij.

Kees Wielstra van Dantumadiel ’82 sprak van een “reële verwachting dat het bestemmingsplan ondermijnd zal worden door de provincie.” Hij was bang dat de gemeente van de provincie het deksel op haar neus zou krijgen. “Wij zien de provincie als een groot risico,” zo zei hij. “Je gaat er een boel energie in steken en straks blijkt dat het allemaal voor niets is geweest.”

 Samen met onder andere de PvdA en de LLD bepleitte Dhr. Wielstra uitstel van definitieve besluitvorming tot er meer duidelijkheid zou zijn. Die tijd zou dan gelijk benut kunnen worden voor het vinden van een oplossing voor wat praktische problemen van enkele omwonenden.

Vertrouwen

Jerrit de Bruin van de FNP voelde daar niet veel voor. Hij vond dat de provincie blij moest zijn met een gemeente die het nog aandurfde een uitbreidingsplan te ontwikkelen. En bovendien, vond hij, was van allerlei toezeggingen van de provincie voor woningbouw in de gemeente Dantumadiel nog weinig gerealiseerd. Hij vond dat de provincie zich daarom maar rustig moest houden en dat de gemeente gewoon moest doorzetten.

Tjerk Dijkstra van het CDA zag in de handelwijze van de provincie niet veel meer dan een plagerij (net als Dhr. de Bruin trouwens). Hij vond de juridische argumentatie van de provincie vrij zwak en had er alle vertrouwen in dat de wethouder er met de provincie goed uit zou komen.

De SGP sloot zich in eerste termijn aan bij de voorstanders van uitstel van definitieve besluitvorming. Dhr. Bakker had de indruk dat het plan nog niet rijp genoeg was. Er waren nog allerlei gesprekken gaande en er was nog veel onduidelijkheid, zowel over een oplossing voor de problemen van de omwonenden als over een vergelijk met de provincie.

Stemming

In tweede termijn liet wethouder Bos weten absoluut geen reden te zien om definitieve besluitvorming over het bestemmingsplan uit te stellen. Hij liet weten met de omwonenden in gesprek te zijn en dat die vertrouwen hadden in een goede afloop van die gesprekken. Hij liet ook weten dat gedeputeerde Konst in de kern geen bezwaar had tegen het plan. Hij had met hem afgesproken dat verder zou worden overlegd, ambtelijk en desnoods bestuurlijk. “Ik denk en verwacht dat we er met de provincie wel uitkomen,” zo zei hij. De meningsverschillen over de doelgroepen waren al uit de wereld. “Het gaat nog om de fasering.”

Uiteindelijk werd met 13 stemmen tegen 3 besloten het voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan toch in stemming te brengen. Bij de stemming bleek het te zijn aangenomen. Ook de SGP stemde voor, maar niet helemaal van harte. Draagvlak in het dorp en steun aan de eigen wethouder in een complex meningsverschil met de provincie gaven voor de SGP de doorslag.

 

Reactieve aanwijzing

Op 27 mei 2014 bleek dat de verwachting van Kees Wielstra van Dantumadiel ’82 was uitgekomen. De gemeente kreeg het deksel op haar neus in die zin dat het zuidelijk deel van het bestemmingsplan door de provincie door de provincie bleek te zijn geschrapt. Het aantal te realiseren woningen was daarmee verminderd van 58 tot 35. En dat betreft dan uitsluitend woningen in het goedkope en betaalbare segment (op dit moment het segment tot en met betaalbare huur of maximaal € 200.000 koop).

Achteraf gezien bleek wethouder Bos de positie van de gemeente verkeerd te hebben ingeschat. Terwijl hij de indruk had dat sprake was van niet meer dan een ambtelijk misverstand, bleek dat ambtelijk en bestuurlijk overleg de provincie niet tot andere gedachten had kunnen brengen. Zelfs het meningsverschil over de doelgroepen was blijkbaar niet te overbruggen geweest.

Op 12 juni liet het College de Raad weten geen aanleiding te zien beroep in te stellen tegen de reactieve aanwijzing van de provincie. Met andere woorden: het College kiest ervoor zich bij de reactieve aanwijzing van de provincie neer te leggen. De juridische argumentatie van de provincie schatte de gemeente blijkbaar toch niet zo zwak in als het CDA die inschatte. En de gemeente schatte blijkbaar in dat de provincie minder gevoelig zou zijn voor grote woorden dan de FNP dacht.

Reparatie?

Nu is wethouder Bos niet zo snel uit het veld geslagen. Via Twitter liet hij weten dat het feit dat de gemeente geen reden ziet tegen de reactieve aanwijzing van de provincie in beroep te gaan, niet betekent dat het College zich bij het schrappen van het zuidelijk deel neerlegt. “Geen reden zien” heeft te maken met goede afspraken met gedeputeerde Konst. Wat zou hij daarmee bedoelen?

Waarschijnlijk doelt de wethouder op de mogelijkheid tot reparatie van de reactieve aanwijzing door middel van een partiële herziening. “Dit houdt in dat in de partiële herziening voor het gedeelte waarvoor wij nu de reactieve aanwijzing geven, een agrarische bestemming kan worden vastgelegd, met daarop een wijzigingsbevoegdheid naar wonen,” aldus de provincie. Toepassing van die wijzigingsbevoegdheid mag pas na 2020 en die moet dan in overeenstemming zijn met regionale woningbouwafspraken.

We houden de moed erin. Maar voorlopig moeten we ons er toch maar bij neerleggen.